|
Deel a: brandstof voor het levenPagina | 1/3 | Datum | 27.05.2018 | Grootte | 1.11 Mb. |
|
Samenvatting NLT: Brandstof voor het Leven!
Door: Fini De Gruyter
DEEL A: BRANDSTOF VOOR HET LEVEN:
Assimilatie: Opbouw van organische stoffen.
Dissimilatie: Afbraak van organische stoffen.
Aëroob: Met zuurstof.
Anaëroob: Zonder zuurstof.
licht
Fotosynthese: 6CO2 + 12H2O ---> C6H12O6 + 6O2 + 6H2O
Fotosynthese is een koolstofassimilatie.
Cuticula: Een waslaag die de plant beschermd.
Palissadenparenchym: Cellen die aan de bovenkant van het blad zitten (zonzijde). Het bevat veel bladgroenkorrels (hier vind dus de fotosynthese plaats).
Sponsparenchym: Heeft minder bladgroenkorrels. Cellen hebben dunnere celwanden met veel ruimte tussen de cellen, voor transport van gassen, zoals CO2, O2 en waterdamp.
Bladnerven: Af en aanvoer van water en opgeloste stoffen.
Huidmondjes: (ev. stoma, mv. stomata) Zitten aan de onderkant van een blad. Maakt gastransport van en naar het blad mogelijk. Ze worden omgeven door sluitcellen die de huidmondjes kunnen openen en sluiten.
In elke plantencel zitten organellen. In de bladgroenkorrels (chloroplasten) vind fotosynthese plaats.
|
| |