2. Het Kaukasoide mensentype.
Het Kaukasoide mensentype is ruimer dan de beter bekende term "blanken" of "Europeanen". Vele Kaukasoiden hebben inderdaad een donkere huidkleur en horen buiten Europa thuis. Het type wordt gekenmerkt door een blanke tot donkere huid, glad golvend of gekruld hoofdhaar, in de regel veel aangezichts- en lichaamsbeharing, een geprofileerd gelaat met een smalle neus, een duidelijke kin en een hoog voorhoofd.
Bij de aanvang van het holoceen, 10 duizend jaar geleden, waren West- en Zuid-Europa, Noord-Afrika en grote delen van Zuid-West Azië door Kaukasoide bevolkingen bewoond.
J uist zoals de Mongoloiden hebben zij sinds prehistorische tijden hun woongebied voortdurend uitgebreid. Het Europese kontinent werd daarbij tot in de verste uithoeken bezet. In Saharisch Afrika, dat in die tijd nog geen woestijn was, maar een vruchtbare bewoonde streek, dreef de Kaukasoide expansie de daar wonende Negroiden steeds verder naar het Zuiden, zodat deze op hun beurt doordrongen in het areaal van de Bosjesmannen en Hottentotten.
Opvallend zijn de recente Kaukasoide expansies, nl. de historisch gedokumenteerde kolonisatieprocessen van Europese volkeren. Hierdoor werden grote delen van Afrika, Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, Zuid-Oost Azië en Australië "blank". Een zeer recente Kaukasoide expansie is de verspreiding van Europese Russen over Zuid-Siberië. Op vele plaatsen leidden deze expansies tot zeer sterke terugdringing en zelfs tot verdwijning van de oorspronkelijke bewoners. De allerlaatste originele Tasmaniërs, verwant met de Aborigines, werden door Europeanen meegenomen en openbaar tentoongesteld. Opvallend is Latijns-Amerika, dat gekenmerkt wordt door een opvallende raciale vermenging van Mongoloide, Mediterraan Kaukasoide en Negroide kenmerken. Dergelijke rasvermenging gebeurde niet in Noord-Amerika.
Het Kaukasoide ras kan, zoals ook andere rassen, nog verder opgesplitst worden in variëteiten of typen. Het Nordische type wordt gekenmerkt door een zeer blanke huid, blond haar en blauwe ogen. Het Alpijnse type kenmerkt zich door een hoge korte schedel met zeer verticaal voorhoofd, een rond aangezicht met brede neus en goed ontwikkelde kin en overvloedige baard- en lichaamsbeharing. Het Mediterrane type vertoont een schuin naar voor aflopend voorhoofd, waarvan de lijn zich voortzet in de neuskam. Reeds voor 4.000 voor Christus tonen Sumerische, Babylonische en Assyrische afbeeldingen duidelijk dit Mediterrane profiel. Vanaf 1.500 voor Christus gebeurden migraties van dit Mediterrane type vanuit Mesopotamië naar alle bewoonbare gebieden van het Arabische en Voor- Indische subcontinent.
3. Het Mongoloide mensentype.
Het Mongoloide of Aziatische mensentype vormt, onder meer, en aanpassing aan koudere streken. Men spreekt in dit verband van het mongolisatieproces, waarbij, vertrekkende van de archaïsche Aziatische bevolking een stapsgewijze evolutie gebeurde in Noord- en Noord-Oost Azië. Deze Mongoloïde populaties hebben zich tussen 25.000 en 10.000 jaar geleden zeer sterk uitgebreid en veroverden hierbij het grootste deel van Azië, met uitzondering van Voor-Azië, het Arabisch schiereiland, Pakistan, Afghanistan, de gebieden rond de Kaspische zee en het Voor-Indische subcontinent, die bezet waren door Kaukasoiden expansie naar het Oosten.
T ypisch is de epikantische plooi van het bovenste ooglid waardoor het "spleetoogeffect" ontstaat (zie figuur - A toont een doorsnede door een Europid oog, B hetzelfde door een Mongolid oog en C toont Mongolide ogen in vooraanzicht).
De huidkleur is geel, het hoofdhaar dik, glanzend en zwart. Er is weinig aangezichts- en lichaamsbeharing. De schedel is rond met afgeplat aangezicht en neus. het sexueel dimorfisme is eerder gering.
|