Stoomcursus M&O Havo 5 2014/2015 H19 Balans
U:\AAA M&O\inhoud balans.xlsx
Aandeel
Een deel van het eigen vermogen van een vennootschap
Nominale waarde: de waarde van een aandeel dat vermeld staat in de statuten (a pari).
Beurswaarde: de waarde van een aandeel op de beurs.
Emissiekoers: koers waar de aandelen voor worden uitgegeven.
Agio: verschil tussen emissiekoers en nominale waarde.
Intrinsieke waarde: Totale eigen vermogen : aantal geplaatste aandelen.
Maatschappelijk kapitaal: vermogen waarvoor maximaal aandelen mag worden uitgegeven (vermeld in de statuten).
Aandelen in portefeuille: vermogen waarvoor nog aandelen kan worden uitgegeven.
Geplaatst aandelenvermogen: reeds geëmitteerde/uitgegeven aandelen.
Maatschappelijk kapitaal, aandelen in portefeuille en geplaatst aandelenvermogen ALTIJD tegen NOMINALE WAARDE
2008 – I OPDRACHT 4
Natuurlijke personen: alle mensen
Rechtspersonen: organisatie die zelfstandig rechten en plichten hebben en het voortbestaan niet afhankelijk is van het bepaalde natuurlijke personen.
Hoofdelijk aansprakelijk: de schuldeisers kunnen iedere firmant aanspreken voor hun volledige vordering. Is dus alleen van toepassing bij een VOF.
|
EZ
|
VOF
|
NV/BV
|
Vermogensbehoefte
|
Gering
|
Gering, maar groter dan EZ
|
Groot
|
Leiding
|
Eigenaar
|
Eigenaren
|
Directie/bestuur
|
Aansprakelijkheid
|
Eigenaar met privé en zakelijk vermogen
|
Eigenaren met privé en zakelijk vermogen. Hoofdelijke aansprak.
|
NV/BV zelf aansprakelijk, eigenaren met zakelijk vermogen
|
Continuïteit
|
Slecht
|
Beter dan EZ
|
Goed
|
Zeggenschap
|
Eigenaar
|
Eigenaren
|
AVA
|
Belasting
|
IB
|
IB
|
Vennootschapsbelasting, eigenaren dividendbelasting
|
EZ
Voordeel
-
Winst is volledig voor de eigenaar
-
Eigenaar kan alles zelf beslissen
-
Oprichting eenvoudig
Nadeel
-
Onderneming is erg afhankelijk van eigenaar
-
Weinig vermogen tot de beschikking
-
Privé aansprakelijkheid
VOF
Voordeel
-
Meer vermogen dan EZ
-
Continuïteit beter gewaarborgd dan EZ
-
Werk is te verdelen onder firmanten (specialisatie)
Nadeel
-
Hoofdelijke aansprakelijkheid (aansprakelijk zijn voor verplichtingen die de andere firmant is aangegaan)
-
Nog steeds met privé vermogen aansprakelijk
BV/NV
Voordeel
-
Eigenaren niet met privé vermogen aansprakelijk (rechtspersoonlijkheid)
-
Vermogen kan naar behoefte worden uitgebreid
-
Scheiding leiding en eigendom
Nadeel
-
Oprichting bij notariële akte, minimum startkapitaal vereist (€18.000 en €45.000) en Ministeriële verklaring van geen bezwaar vereist (plof BV)
-
Kans op vijandige overnames, wel te beschermen met prioriteitsaandelen
-
Publicatieplicht (jaarcijfers)
-
Grote concerns heeft veel stakeholders (belanghebbenden)
Bestuursorganen binnen BV/NV -
Het bestuur (of directie)
-
Raad van Commissarissen (RvC)
-
Algemene vergadering van Aandeelhouders (AVA)
Het bestuur
-
Dagelijkse leiding
-
Vertegenwoordigt de vennootschap naar buiten toe.
-
Is in dienst van de vennootschap.
-
Zelf verantwoordelijk voor transacties die niets te maken hebben met de vennootschap.
-
Bevoegdheden kunnen worden beperkt of uitgebreid in de statuten.
Raad van Commissarissen (RvC)
-
Is verplicht in structuurvennootschappen (grote BV/NV).
-
Houd toezicht op beleid van het bestuur.
-
Mag geen essentiële taken overnemen van andere bestuursorganen.
-
De nieuwe commissarissen worden benoemt door AVA.
Structuurvennootschap (grote BV/NV)
-
Coöptatie (nieuwe commissarissen worden benoemd door zittende commissarissen).
-
Benoemt en ontslaat bestuursleden
-
Stelt jaarrekening vast.
-
Geeft goedkeuring bij ingrijpende bestuursbesluiten.
Algemene vergadering van Aandeelhouders (AVA)
-
Komt minimaal 1x per jaar samen.
-
Benoemt en ontslaat bestuursleden. (hoogste macht)
-
Stelt jaarrekening vast (onder andere dividend).
-
Bestuur of 10% van aandeelhouders kunnen buitengewone vergadering bijeenroepen.
-
Aandeelhouders heeft stemrecht naar aandelenvermogen.
-
Bij bezit van 50,00000000001% van de aandelen heb je alle zeggenschap.
-
Beschermingsconstructies tegen vijandige overnames.
Faillissement: verklaring van de rechtbank dat een onderneming haar schulden niet kan betalen.
Surseance van betaling: uitstel van betaling (geen faillissement).
Vereniging
Kenmerken
-
Doel: mag niet in strijd zijn met de wet en mag geen winst uitkeren.
-
Hebben leden.
-
Ledenvergadering benoemt bestuur.
-
Hebben verschillende inkomstenbronnen (bijv. contributies, subsidies, sponsors, etc.)
-
Bestuur heeft dagelijkse leiding (evt. directeur).
-
Grootste macht bij ledenvergadering.
-
2 soorten: erkende en informele.
Erkende
-
Heeft rechtspersoonlijkheid.
-
Oprichting door notaris middels oprichtingsakte.
Informele
-
Geen rechtspersoonlijkheid.
-
Geen oprichtingsvereisten.
-
Geen eigen bankrekening.
-
Bij informele bestuurders persoonlijk aansprakelijk
(Informele ingeschreven in Verenigingsregister
-
bestuurders naast vereniging aansprakelijk)
Stichting
Kenmerken
-
Een rechtspersoon dat mbv een daartoe bestemd vermogen een (vaak ideëel) doel wil bereiken.
-
Rechtspersoonlijkheid.
-
Alleen sprake van een bestuur, heeft geen leden.
-
Oprichting bij notariële akte.
-
Het bestuur hoeft zicht niet te verantwoorden en benoemen zichzelf (coöptatie). Bij onrechtmatig handelen zijn bestuurders privé aansprakelijk.
-
Mag geen uitkering doen aan oprichters of bestuurders.
-
In de statuten worden de inkomstenbronnen genoemd (donaties, subsidies, sponsoring).
-
Hoeft geen minimumstartbedrag.
\\Wolfert5n\data500\users\BJA\AAA M&O\VWO\H2\voorbeeld examenvragen H2.pdf
H7 Consumptieve kredieten
Koop op afbetaling
Geldnemer is direct eigenaar van het goed. Geldverstrekker heeft geen verhaalsrechten wanneer geldnemer in gebreke blijft. Volgens vaste schema aflossen en rente betalen. Reeds betaalde aflossingen zijn niet opnieuw op te nemen.
Huurkoop
Krediet verbonden aan een goed. Geldnemer wordt pas eigenaar na volledige aflossing. Voor dat moment blijft geldverstrekker eigenaar. Rest idem koop op afbetaling.
Persoonlijke lening
Niet verbonden aan de koop van een goed. Vast interest- en aflossingsschema. Geen verhaalrecht geldverstrekker. Lening afhankelijk van persoonlijke situatie geldnemer.
Doorlopend krediet
Geldnemer mag afgeloste bedragen weer opnemen. Vast bedrag voor aflossing en interest.
Verschil HK en KOA: moment van eigendom
Leasing
Leasing: het huren van een roerende of onroerende zaken voor een bepaalde periode. Lessee = huurder - Lessor = verhuurder
Voordeel: lessee hoeft geen eigen of vreemd vermogen te investeren in productiemiddelen, betaalt wel een bedrag.
Operational lease
Financial lease
-
Lijkt op huurkoop
-
Gedurende (lange) looptijd vaak niet opzegbaar
-
Looptijd komt vaak overeen met economische levensduur
-
Lessee draagt economisch risico
-
Het geleasde goed staat op de balans van lessee
-
3 opties na leaseperiode: goed teruggeven aan lessor, leasecontract voortzetten, goed kopen van lessor.
Sale and lease back
De lessee verkoopt een goed aan lessor en least het meteen. Voordeel voor lessee is dat er liquide middelen vrij komt.
Bankkrediet of rekening-courantkrediet
Rekening-courantkrediet is een rekening gekoppeld aan de bankrekening van de onderneming. Daar kan een beroep op worden gedaan wanneer een onderneming een tekort heeft aan liquide middelen. Een rekening-courantkrediet heeft een vooraf bepaald kredietplafond.
Leverancierskrediet
De leverancier levert eerst het goed en krijgt later de tegenprestatie (betalen).
Stel: Bij betaling binnen 10 dagen vertrekt de leverancier 1% korting bij contante betaling. Facturen moeten binnen 30 dagen worden betaald. De kosten zijn per jaar: 30-10 = 20 365/20 * 1% = 18,25%.
Afnemerskrediet
De afnemer betaalt eerst voordat zij het goed krijgen of de dienst verleent wordt.
Factoring
Een factormaatschappij neemt de vorderingen van ondernemingen op hun afnemers over. Daarin zijn verschillende gradaties.
Opgave 7 en 8 blz. 66
Lineaire hypotheek
|
jaar
|
beginschuld
|
rente 7%
|
aflossing
|
schuldrest
|
betaling
|
maand
|
1
|
€ 100.000
|
€ 7.000
|
€ 10.000
|
€ 90.000
|
€ 17.000
|
€ 1.417
|
2
|
€ 90.000
|
€ 6.300
|
€ 10.000
|
€ 80.000
|
€ 16.300
|
€ 1.358
|
Annuïteitenhypotheek
|
jaar
|
beginschuld
|
annuïteit
|
rente 7%
|
aflossing
|
schuldrest
|
1
|
€ 100.000
|
€ 14.238
|
€ 7.000
|
€ 7.238
|
€ 92.762
|
2
|
€ 92.762
|
€ 14.238
|
€ 6.493
|
€ 7.745
|
€ 85.017
|
Spaarhypotheek
|
jaar
|
beginschuld
|
rente 7%
|
premie
|
aflossing
|
schuldrest
|
betaling
|
1
|
€ 100.000
|
€ 7.000
|
€ 7.238
|
€ -
|
€ 100.000
|
€ 14.238
|
2
|
€ 100.000
|
€ 7.000
|
€ 7.238
|
€ -
|
€ 100.000
|
€ 14.238
|
Hypotheekrenteaftrek belastingvoordeel
40% van 7.000 = €2.800
Lineaire hypotheek
Voordeel
-
lening is omdat vanaf het begin relatief veel aflost goedkoop
Nadeel
-
hoge lasten aan het begin van de looptijd
-
profiteert weinig van hypotheekrenteaftrek.
Annuïteitenhypotheek
Voordeel
Nadeel
-
profiteert niet optimaal van hypotheekrenteaftrek
Spaarhypotheek
Voordeel
-
profiteert maximaal van hypotheekrenteaftrek
-
maandlast bij gelijk
-
spaardeel krijgt zelfde rentepercentage als dat je betaalt
Nadeel
-
Alleenstaanden moeten overlijdensrisicoverzekering afsluiten
Opgave 6 blz 52
2006 – II OPRACHT 4
Opgave 3 blz 62
H11 verschil commerciële en niet-commerciële organisaties Winstoogmerk
Commercieel wel winstoogmerk. Niet-commercieel niet.
Prijzen
Commerciële hanteren marktprijzen. Niet-commerciële niet.
Dekking van de kosten
Bij commercieel door de marktprijzen. Bij niet-commerciële door o.a. subsidies, giften, contributies.
Rechtsvorm
Niet commerciële zijn stichtingen of verenigingen. De rest (NV, BV, enz.) is commercieel.
H4 Interestberekeningen Enkelvoudige interest
Interest over het oorspronkelijke kapitaal.
Bij het lenen van geld.
Samengestelde interest
Interest over het beginkapitaal, rente-op-rente.
Bij het uitlenen van geld.
Contante waarde
Het berekenen van het beginkapitaal, contante waarde.
Enkelvoudige interest
EI = K x P x T
Bij andere ontbrekende factoren:
K =
P =
T =
Samengestelde interest
En = B x (1 + i)n
Contante waarde
C = En : (1 + i)n
2008 – II OPDRACHT 5 Opgave 3 blz 56 H16 Kosten en winst
Breakeven
Dekkingsbijdrage = verkoopprijs – (inkoopprijs + vari. kst pp)
Dekkingsbijdrage = verkoopprijs – inkoopprijs - vari. kst pp
Break-evenafzet = Constante kosten : Dekkingsbijdrage pp
Break-evenomzet = Break-evenafzet x verkoopprijs (ex. BTW!!)
Veiligheidsmarge =
Opgave 5 en 6 blz 108
Opgave 6 blz 158
H9 Prijsbepaling
Brutowinstopslag en brutowinstmarge
2011- I OPDRACHT 1
H14 Verkoopresultaat
U:\AAA M&O\Havo\H14\H14.docx
Opgave 2 en 3 blz 84
H20 Resultatenrekening
U:\AAA M&O\Havo\H20\H20.docx
H15 Liquiditeits- en resultatenbegroting
U:\AAAM&O\Havo\H15\H15 LB & RB.docx
Opgave 1 en 4 blz 112
H13 Kostprijs
Nettowinstopslag
PDF opslagen
(Opgave 6 blz 87)
(Opgave 4 blz 166 x)
Opgave 4 blz 114
H5 Financiële markten
Vermogensmarkt
-
Geldmarkt < 2 (boek)jaar
-
Kapitaalmarkt > 2 (boek)jaar
-Openbaar vermogen (voorwaarden vooraf bepaald)
-Onderhands vermogen (onderhandeling mogelijk)
Bovenstaande is belangrijk om te weten. Zo weet je of een lening hoort bij lang- of kortlopende schulden.
-
Aandeel
|
Obligatie
|
Houder is eigenaar
|
Houder is schuldeiser
|
Deel van het eigen vermogen
|
Deel van het vreemd vermogen
|
Permanent vermogen
|
Tijdelijk vermogen
|
Vergoeding in dividend
|
Vergoeding in rente
| H19 Voorraadwaardering
Fifo, lifo
Economische voorraad blz. 132
2008 – I OPDRACHT 5
2007 – I OPDRACHT 3
Afschrijving
H21 Kengetallen
U:\AAA M&O\Havo\H21\H21.docx
2000 – II OPDRACHT 1
2008 – II OPDRACHT 4
2004 – II OPDRACHT 1
Tips
Elke opgave aparte bladzijde
Conclusie van je antwoord
Geef antwoord op de vraag
Niets in de kantlijn zetten
Neem een markeerstift mee
Let op: per |