Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je voorkennis over zintuiglijke beperkingen opfrist.
Beantwoord de volgende vragen.
Wat stel je je voor bij een zintuiglijke beperking?
Gebruik jij liever het woord beperking of handicap? Waarom?
Vind je dat mensen met een visuele beperking gewoon deel kunnen nemen aan de samenleving? Vind je bijvoorbeeld dat ze in een normaal bedrijf kunnen werken?
Vind je dat mensen met een gehoorbeperking gewoon deel kunnen nemen aan de samenleving? Vind je bijvoorbeeld dat ze in een normaal bedrijf kunnen werken?
Welke aanpassingen zou je in de sport kunnen doen voor mensen met een gehoorbeperking?
Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit thema kent.
Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door:
Verzamel belangrijke tips en aandachtspunten die jij als bewegingsagoog goed kunt gebruiken in het werken met mensen met een auditieve beperking. Betrek hierbij ook de tips voor de praktijk. Selecteer vervolgens de tien belangrijkste. Motiveer waarom dit de belangrijkste zijn.
Verzamel belangrijke tips en aandachtspunten die jij als bewegingsagoog goed kunt gebruiken in het werken met mensen met een visuele beperking. Betrek hierbij ook de tips voor de praktijk. Selecteer vervolgens de tien belangrijkste. Motiveer waarom dit de belangrijkste zijn.
Verwerkingsopdrachten thema 15 Bewegingsagoog; SB 4 pagina